Wie is Jan van Weeszenberg?
In dit zelfportret leren we de mens Van Weeszenberg kennen. Hij neemt het amateurfilmen serieus en blijft op zoek naar kennis om zijn films te verbeteren. Tegelijkertijd is Van Weeszenberg een onbezorgde man die wel van een grapje houdt.
Van Weeszenberg heeft de opleiding Illustratief tekenen en schilderen gevolgd aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten te Den Haag. Hij koopt zijn eerste camera, een dubbel-acht filmcamera, in 1954. Hij begint te filmen, wordt lid van de HAF in Den Haag en mag in 1962 een 2-jarige filmcursus volgen, georganiseerd door de NOVA met het Nederlands Filminstituut (NFI) en de Nederlandse Film Academie (NFA). Zo wordt hij van verwoed filmamateur een filmdocent in de amateurwereld.
Van Weeszenbergs kijk op de maatschappij
In zijn hart is Jan van Weeszenberg altijd de gedreven amateur gebleven ook al maakt hij voor zijn werkgever, de Koninklijke Nederlandse Gist en Spiritusfabriek te Delft, vele voorlichtingsfilms, audio-visuals en bedrijfsvideo's.
Als amateur maakt hij sociaal politiek geëngageerde tekenfilms. Zijn thema's zijn serieus, maar hij brengt ze met een dosis ironie, cynisme of overdrijving. Hierdoor zijn de films over het algemeen vermakelijk maar zetten je toch aan het denken. Van Weeszenberg is links noch rechts, hij is meer realist of een nar. Hij kaart machtsverhoudingen aan in de met prijzen overladen film 'De troon', emancipatie in 'De kooi', milieuverontreiniging in 'Help', de Nederlandse volksaard in 'Nederlanders' en angst voor technologie in 'De computer'.
Anekdote: 'De illusie' veroorzaakt in 1979 een rel op het UNICA-filmfestival. De Oost-Duitse deelnemers eisen dat de film wordt teruggetrokken wegens belediging van communistische landen. Natuurlijk wordt de film toch gewoon vertoond en wint de eerste prijs.
Tot slot 'De appel' waarin Jan van Weeszenberg het scheppingsverhaal een eigen draai geeft. Let op, deze video is niet geschikt voor jonge kinderen.
Van Weeszenberg, de filminstructeur
Van Weeszenberg ontwikkelt zich in de jaren 60 en 70 als filmdocent. Hij geeft voor de NOVA filmcursussen in het land. Hij ontwikkelt een cursus voor de LOI en in 1973 verschijnt van zijn hand het 'Elseviers grote smalfilmboek'. In datzelfde jaar presenteert hij de korte cursus 'Smalfilm - tips', een televisieprogramma over smalfilmen van regisseur Han Baartmans voor de NCRV.
Hij produceert ook instructiefilms. 'Tekenfilm' (1971) is een les over celanimatie. Wat komt erbij kijken? Wat heb je nodig? En, hoe maak je het jezelf gemakkelijk?
'Decoupage' leert de filmer editen. Decoupage houdt in dat je één handeling opknipt in meerdere shots die verschillende kaderingen hebben. Door die stukken vervolgens te ordenen kan de filmer het tempo van een handeling versnellen of vertragen, de aandacht van de kijker op iets vestigen of een verrassingseffect creëren. En dit alles op zo'n manier dat de beeldwisseling voor de kijker nauwelijks opvalt. Alles draait om continuïteit.