Trailer tentoonstelling 'Erop uit!'
Hoe gingen mensen er vroeger op uit op hun vrije dag? Neem alvast een voorproefje met de trailer.
Periode 1920-1930: Voorzichtig vermaak
De jaren twinting - roaring twenties - zijn voor de meeste gezinnen in Nederland in de vorige eeuw een welvarende periode. De industrialisering zet door en het gezin krijgt gemiddeld meer te besteden. Zondags is er tijd voor een wandeling of een picknick, maar het vastleggen hiervan is niet voor iedereen weggelegd. Filmapparatuur is namelijk aan de prijzige kant. Hoewel ‘gewone’ gezinnen er in deze periode ook op uit gaan, is het dagje uit in amateurfilmbeeld een selectieve weergave van de vrije tijdsbesteding.
WINTER (amateuropname Ir. J. Knoop Pathuis) (fragment)
Periode 1930-1950: Een uitje als beloning
De periode 1930-1950 wordt gekenmerkt door crisis en oorlog. Ondanks de slechte tijd, gingen Nederlanders er – zij het af en toe – tóch op uit. In de jaren dertig en veertig maakt men vaak een tripje naar het bos of het strand, maar dit begint te veranderen als de wederopbouw in zicht komt. Tegen het eind van de periode openen er steeds meer attracties, speciaal bedoeld voor een dagje uit, waaronder vogelpark Avifauna. Ed Millecam legt een bezoekje vast in 1950.
Periode 1950-heden: Vrije tijd wordt commercieel
Welvaart, vrije tijd en mobiliteit nemen alsmaar toe en zijn vanaf de jaren zestig gemeengoed voor de massa. Slimme ondernemers zetten in op het exploiteren van vrije tijd. Recreatie groeit zo uit tot een volwaardige economische sector. In het land openen allerlei attracties, zoals de Keukenhof (open in 1949) en de Efteling (open in 1952), om het publiek in de weekenden te vermaken.
