Wouter Gerhard Kuyck (1886-1944)
Wouter Gerhard Kuyck begint zijn loopbaan, net als zijn vader, bij de marine. Maar in 1919 aanvaart hij een functie bij de NV Nederlandse Telegraaf Maatschappij Radio Holland te Amsterdam. Hij wordt van 1924 tot 1930 uitgezonden naar Nederlands-Indië om voor Radio Holland mee te werken aan de ontwikkeling van de radioverbinding tussen Holland en de kolonie. Hij begint met filmen in 1927.
Zijn eerste film? 'Familieleven in Batavia' over het leven aan Tamarindelaan 28 in Batavia: spelende kinderen, een feestje en lessen uit de tropen zoals 'Op ramboetans zitten altijd mieren'. Naast familiefilms maakt Kuyck documentaires over de theecultuur ('Goenoeng Mas', de naam van de theeonderneming aan de Puntjak-weg tussen Buitenzorg en Bandung), rijstverbouw en zijn werk. Hij filmt het afscheid in Batavia. Nauwelijks terug in Nederland filmt hij het bezoek aan zijn ouders.
Hans Nicolai (1911-1964)
In 1939 koopt Hans Nicolai zijn eerste filmcamera. Hij woont bij zijn ouders in Usquert en filmt zijn ouderlijk huis. Hij blijft ook filmen tijdens de Tweede Wereldoorlog en legt de Bevrijding van Usquert vast.
In 1946 vertrekt hij naar Nederlands-Indië als legerarts en hij verblijft er drie jaar. Hij filmt er veel. We zien zijn medemilitairen, zijn werk maar vooral blijkt zijn interesse in het dagelijks leven van de lokale bevolking zoals te zien is in 'Een batikbedrijf' (1947). Eenmaal terug in Nederland lijkt zijn liefde voor het filmen bekoeld. Hij filmt veel minder vaak. Wel blijft hij het opgroeien van zijn knderen filmen.
Anton Rekké (1925-1963)
Anton Rekké wordt in 1925 in Nederlands-Indië geboren als zoon van een onderwijzer. Tijdens de oorlog komt het hele gezin (Rekké, zijn ouders, zijn broertje en drie zussen) terecht in een Japans interneringskamp. Gelukkig overleven zij dit allemaal. Na de oorlog studeert Rekké tropische landbouw in Deventer. In 1950 keert hij met zijn vrouw, hij is in Nederland getrouwd, terug naar Sumatra waar hij gaat werken op een palmoliebedrijf.
Zijn eerste films zijn de familiefilms 'Ons leven op Sumatra' waarin hijzelf, zijn vrouw en zijn twee zoons, Robert en Anton jr. te zien zijn. Aan het leven op Sumatra komt abrupt een einde als president Soekarno in december 1957 aankondigt dat alle Nederlanders Indonesië moeten verlaten. Rekké filmt zijn laatste dagen op Sumatra en de terugreis naar Nederland in de film 'De grote uittocht Deli 1957-1958'. Lang blijft Rekké niet in Nederland, want nog datzelfde jaar start hij bij een rijstbedrijf Koerik, Nieuw-Guinea. Hij filmt de werkzaamheden, maar ook een feestelijke Koninginnedag in 1959 van de Nederlandse en de lokale werknemers. Het verblijf in Nieuw-Guinea is van korte duur. Al in 1960 aanvaart hij een baan op een palmoliebedrijf in Colombia. Enkele jaren later overlijdt hij aan kanker, veroorzaakt door het drinken van met DDT verontreinigd water.