Direct na de stormramp
Het overstroomde gebied, mensen en vee die in veiligheid worden gebracht, de eerste noodhulp en de berichtgeving in de media.
Ed Millecam filmt de overlast in Rotterdam en de ramp op de eilanden. Ondergelopen dorpen, stromend water, stormschade, een bootje vaart langs ondergelopen huizen, vrouwen leiden koeien over een dijk, een doorgebroken dijk.
Hans Leupe brengt de ramp in Voorne en Putten in beeld door een film van Roel van Ravesteyn te bewerken tot een eigentijdse videopresentatie. De film toont de Watersnoodramp in de plaats Oudenhoorn.
Dhr. Kruiderink doet verslag van de ravage na de Watersnood op Goeree en Overflakkee. We zien ondergelopen straten in Middelharnis, de evacuatie van de burgerbevolking en bezoek koningin Juliana. Verder filmt hij in Stad aan 't Haringvliet, Den Bommel, Oude Tonge en Stellendam en maakt luchtopnamen vanuit een helikopter.
C.F.F. Fokke Bosch rijdt in februari 1953 bij de Moerdijk en filmt wat hij ziet: hoge waterstanden, bergen stenen, een bord 'doorweekte weg, zeer langzaam rijden'; zandzakken en puin. Ook filmt hij in woningen na het wegzakken van het water, geïmproviseerde dammen van hout en huisraad, verzakte wegen en een treinstel.
Emile Brumsteede bekijkt de ramp via de foto's in de krant. Het commentaar bij de film weerspiegelt de gedachten van de krantenlezer.
Tot slot zijn bestaande filmbeelden en radioverslagen van de ramp door filmer Hans Leupe gebruikt ter illustratie van een gedicht over de Watersnoodramp.
1952/1953: PARIJS, WATERSNOODRAMP, TT ASSEN (fragment)
Het herstel
Na de ramp en de eerste noodleniging volgt het herstel. Dijken worden versterkt en iets later de Deltawerken gestart.
De kinderen
Bezorgd om het welzijn van de kinderen in het getroffen gebied nodigt de vereniging Pro Juventute in de zomer van 1953 duizend van hen uit voor een vakantie bij een gastgezin elders in Nederland. Filmer Gait Berk filmt de leefomstandigheden van de kinderen in het rampgebied en volgt ze bij vertrek (Acte I), tijdens de vakantie (Acte II) en bij hun terugkeer naar huis (Acte II en Zeeuwse kinderen).
De Deltawerken
Aan de Deltawerken is decennialang gebouwd. De Deltawerken zijn Nederlands grootste verdedigingssysteem tegen hoogwater vanuit zee. Ze zijn door de American Society of Civil Engineers tot een van de zeven moderne wereldwonderen verklaard.
In 1950 wordt overgegaan tot afsluiting van de Brielse Maas (het Brielse Gat) om verzilting van het achterland tegen te gaan en tegenmoet te komen aan de groeiende behoefte aan zoetwater. Klaas van der Knoop filmde alle werkzaamheden zoals het onderzoek in het waterloopkundig laboratorium van Rijkswaterstaat en de aanleg en afwerking van de dijk. Filmer Hans Leupe heeft een hedendaagse versie gemaakt van de film van Van der Knoop. In 1953 bleek de waarde van de afsluitdijk als bescherming bij de Watersnood. De Deltawerken zijn gestoeld op dit voorbeeld.
De twee andere historische films van Hans Leupe richten zich op de gebruikte techniek. Aanvankelijk is de aanleg van de dijken een arbeidsintensief project met veel handmatig werk. Langzaamaan wordt gemechaniseerd en worden technieken aangepast. Hoe het water te beteugelen wordt getest in het Waterloopkundig Laboratorium van Rijkswaterstaat.
Ook andere amateurfilmers hebben belangsteling voor dit ambitieuze project ter verdediging tegen het hoge water. Koos Kleton bezoekt Zeeland en de Deltawerken in 1961 (en 1969) met een reisgezelschap. Naast de toeristische bezoeken aan Zierikzee, Veere, Middelburg en Vlissingen, ziet hij ook de naderende afsluiting van het Veerse Gat (en de Zeelandburg in 1969) en de stuw te Krimpen aan de IJssel.
Filmer S. de Swart filmt in 1967 vanuit een vliegtuig en maakt luchtopnamen van de Deltawerken aan de Grevelingendam alsmede de steden Veere, Middelburg en Zierikzee.